IMG 5268

11. De coupé

Een trein arriveert op het station, de deuren gaan open en wat er volgt is een soort wisseling van de wacht. Er zijn mensen die hun bestemming hebben bereikt, die stappen uit en er zijn mensen die aan hun reis gaan beginnen, die stappen in. De deuren sluiten en de trein zet zich in beweging richting het volgende station.

De zojuist ingestapte mensen lopen door de trein, op zoek naar een coupé met daarin een plek om hun reis te kunnen beginnen. Rondkijkend door zo’n coupé zien ze mensen van verschillend allooi. Zo ontstaat er een groep mensen die in gezamenlijkheid hun reis voortzetten, zonder op één of andere manier met elkaar verbonden te zijn. Allemaal individuen die ze op dat moment als hun “medereizigers” kunnen bestempelen.

Hoe zouden deze medereizigers op dat moment naar elkaar kijken, wat zouden ze zien, wat zouden ze denken en hoe zouden ze elkaar beoordelen?

Ik denk dat de meeste van ons zich wel zullen herkennen in het beeld dat we het toch ergens belangrijk vinden dat onze medemens, onze “medereiziger”, ons aardig vindt. Ze moeten ons wel zien zoals we graag gezien willen worden; sociaal, vriendelijk, netjes, verzorgd… en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het beeld dat zij slecht over ons zouden denken; asociaal, onvriendelijk, ongemanierd, onverzorgd… werkt haast verstikkend. Zo mag onze medereiziger ons niet zien. En dan altijd maar dat stemmetje in ons hoofd “zijn we eigenlijk wel goed genoeg?”.

Maar waarom eigenlijk? Waarom leggen wij onszelf de onmogelijke taak op om maar door elk individu op waarde geschat te willen worden? Waarom moet onze eigenwaarde telkens getoetst worden aan die medereiziger die toevallig onverschillig jouw kant op kijkt?

Ik ben die metafoor van die coupé op een gegeven moment eens anders in gaan vullen. Wat als ik die coupé nou eens inricht met alleen mensen die voor mij echt belangrijk zijn. Die weten wie ik ben, waar ik voor sta en waarvan hun mening wel degelijk van waarde is voor mij.

Toen ik die groep mensen voor mijzelf had afgekaderd en ze plaats hadden genomen in mijn coupé, kon de trein gaan rijden.

Stel nu dat we ons leven voorstellen als een rijdende trein. Een trein die bij tijd en wijle stopt bij een nieuw station; een nieuwe baan, een nieuw huis, een nieuwe vereniging, kortom een nieuwe fase. Op zo’n nieuw station zullen er altijd nieuwe mensen de trein instappen. Het kan zelfs zo zijn dat je na verloop van tijd een aantal van deze nieuwe mensen een kaartje geeft om plaats te nemen in jouw coupé.

Daarnaast zullen er ook altijd mensen uitstappen op een station. Zowel uit de trein als wel uit jouw coupé. Er zijn tal van mogelijkheden waarom een persoon jouw coupé kan verlaten; beide een andere weg ingeslagen, een verwaterde relatie of iemand die is overleden.

Wat ik met de coupé probeer uit te leggen is dat we zelf de regie kunnen pakken als het gaat over wie ons kan en mag raken, en wie niet.

Het is een utopie om te denken dat elk individu jou op waarde kan schatten zoals je dat zelf graag zou zien. Het is dan ook iets wat het nastreven niet waard is. Laat die medereiziger lekker die medereiziger zijn, een passant op jouw reis.

Investeer in de mensen in jouw coupé, deze mensen zijn van waarde voor jou en zullen jouw leven verrijken.

En onthoudt goed; degene die een kaartje krijgt voor jouw coupé, bepaal jij!

korte verhalen